Deze column verscheen eerder in november 2009 op Nieuw W!J.
Een nieuw huis, een nieuwe stad en nieuwe mensen. Ik heb het vaak meegemaakt. Als kind verhuisde ik van Nederland naar Spanje. Ik ging naar een internationale school en groeide op onder de Andalusische zon. Op mijn 19de, na de middelbare school, lokte het avontuur en vertrok ik weer naar Nederland om te gaan studeren. Leiden, Amsterdam en Den Haag volgden. Daarna bijna vijf maanden New York om onderzoek te doen voor mijn doctoraalscriptie. Een zomerlang gestudeerd in het broeierige en spirituele Jeruzalem en in contrast daarmee een jaar Joodse Studies gevolgd in het statige en onderkoelde Stockholm. Naar Los Angeles verhuizen was dus niet een heel grote stap, al was het wel de grootste stap tot nu toe.
Ik voel mij overal vreemdeling en vertrouwd tegelijkertijd. Ook al is dat gevoel bevreemdend, het is ook iets dat ik koester. Ik ben een onverbeterlijke internationalist en dat maakt het voor mij gemakkelijk om relaties aan te gaan met anderen. Mensen en hun verhalen fascineren mij en juist wanneer mensen in beweging zijn, komen de mooiste verhalen boven.
Amerika is een land in beweging. Vinden wij het al heel wat als we van Breda naar Groningen verhuizen, in de VS is het heel normaal dat je voor een studie, een baan of de liefde je boeltje pakt en 5000 kilometer verderop gaat wonen. Ik ben niet de enige wide-eyed wanderer die vol verwondering uitkijkt over de immense vlakte van LA waar ’s avonds de lichtjes voor je ogen dansen. Weinig Angelenos zijn hier geboren en getogen. Iedereen lijkt wel immigrant. En ook al is mijn Nederlandse achtergrond een curiosum voor Amerikanen, dat is niet het enige wat mij definieert. De ‘immigratiemythe’ van Amerika lijkt te kloppen; ik heb mij altijd heel welkom gevoeld. Wortel schieten gebeurt hier door je eigen inzet en door gedeelde waarden. Wortelen is ook gemakkelijker doordat ik deel uitmaak van de joodse gemeenschap. Overal is een synagoge waar ik heen kan gaan, een sjabbestafel waar ik welkom ben.
Hoe positief mijn eigen ervaringen ook zijn – ik weet ook dat er een schaduwzijde is. Veel migranten en minderheden, zoals Latino’s en Afro-Amerikanen, worden nog steeds uitgesloten.
“Een mens is als een boom in het veld.” Deze spreuk uit de Torah (Deut. 20:19) spreekt boekdelen. Voor mij betekent ontworteld zijn tegelijkertijd wortelen. Ontwortelen betekent namelijk openstaan voor andere invloeden en een weidser perspectief. Het vereist een soort eenzame moed om je eigen achtergrond (deels) los te laten. Want wie ben ik als Nederlander of vrouw of joodse? Draag ik niet meer in mij dan alleen die identiteiten? Ontworteld zijn gééft ook veel. Als ik mij kan ontwortelen heb ik de ruimte om mij weer te wortelen in de verhalen van anderen. De moed om wortel te schieten in een andere omgeving en cultuur is waardevol. Met andere mensen en andere religies, gezamenlijk de gemene deler zoekend. Dit betekent niet dat ik mijn eigenheid verlies; ik weet heel goed wie ik ben, waar ik voor sta en wat ik wil. Ik heb juist een rotsvast vertrouwen in de waarden die ik koester, zodat ik niet bang ben om te luisteren naar de waarden van de ander.
Zo boor ik nieuwe lagen aan: in de grond en in mijzelf. Bomen hebben iets eenzaams, dat is waar. Maar ik troost mij met de gedachte dat er onder de oppervlakte zoveel is dat ons verbindt.
Een nieuw huis, een nieuwe stad en nieuwe mensen. Ik heb het vaak meegemaakt. Als kind verhuisde ik van Nederland naar Spanje. Ik ging naar een internationale school en groeide op onder de Andalusische zon. Op mijn 19de, na de middelbare school, lokte het avontuur en vertrok ik weer naar Nederland om te gaan studeren. Leiden, Amsterdam en Den Haag volgden. Daarna bijna vijf maanden New York om onderzoek te doen voor mijn doctoraalscriptie. Een zomerlang gestudeerd in het broeierige en spirituele Jeruzalem en in contrast daarmee een jaar Joodse Studies gevolgd in het statige en onderkoelde Stockholm. Naar Los Angeles verhuizen was dus niet een heel grote stap, al was het wel de grootste stap tot nu toe.
Ik voel mij overal vreemdeling en vertrouwd tegelijkertijd. Ook al is dat gevoel bevreemdend, het is ook iets dat ik koester. Ik ben een onverbeterlijke internationalist en dat maakt het voor mij gemakkelijk om relaties aan te gaan met anderen. Mensen en hun verhalen fascineren mij en juist wanneer mensen in beweging zijn, komen de mooiste verhalen boven.
Amerika is een land in beweging. Vinden wij het al heel wat als we van Breda naar Groningen verhuizen, in de VS is het heel normaal dat je voor een studie, een baan of de liefde je boeltje pakt en 5000 kilometer verderop gaat wonen. Ik ben niet de enige wide-eyed wanderer die vol verwondering uitkijkt over de immense vlakte van LA waar ’s avonds de lichtjes voor je ogen dansen. Weinig Angelenos zijn hier geboren en getogen. Iedereen lijkt wel immigrant. En ook al is mijn Nederlandse achtergrond een curiosum voor Amerikanen, dat is niet het enige wat mij definieert. De ‘immigratiemythe’ van Amerika lijkt te kloppen; ik heb mij altijd heel welkom gevoeld. Wortel schieten gebeurt hier door je eigen inzet en door gedeelde waarden. Wortelen is ook gemakkelijker doordat ik deel uitmaak van de joodse gemeenschap. Overal is een synagoge waar ik heen kan gaan, een sjabbestafel waar ik welkom ben.
Hoe positief mijn eigen ervaringen ook zijn – ik weet ook dat er een schaduwzijde is. Veel migranten en minderheden, zoals Latino’s en Afro-Amerikanen, worden nog steeds uitgesloten.
“Een mens is als een boom in het veld.” Deze spreuk uit de Torah (Deut. 20:19) spreekt boekdelen. Voor mij betekent ontworteld zijn tegelijkertijd wortelen. Ontwortelen betekent namelijk openstaan voor andere invloeden en een weidser perspectief. Het vereist een soort eenzame moed om je eigen achtergrond (deels) los te laten. Want wie ben ik als Nederlander of vrouw of joodse? Draag ik niet meer in mij dan alleen die identiteiten? Ontworteld zijn gééft ook veel. Als ik mij kan ontwortelen heb ik de ruimte om mij weer te wortelen in de verhalen van anderen. De moed om wortel te schieten in een andere omgeving en cultuur is waardevol. Met andere mensen en andere religies, gezamenlijk de gemene deler zoekend. Dit betekent niet dat ik mijn eigenheid verlies; ik weet heel goed wie ik ben, waar ik voor sta en wat ik wil. Ik heb juist een rotsvast vertrouwen in de waarden die ik koester, zodat ik niet bang ben om te luisteren naar de waarden van de ander.
Zo boor ik nieuwe lagen aan: in de grond en in mijzelf. Bomen hebben iets eenzaams, dat is waar. Maar ik troost mij met de gedachte dat er onder de oppervlakte zoveel is dat ons verbindt.
No comments:
Post a Comment