Vandaag een korte maar enerverende interreligieuze middag gehad bij de Vrijdenkersmiddag van de Remonstrantse Gemeente Vrijburg. Drie sprekers, theoloog Ruard Ganzenvoort, islamitisch zakenman Tamim Chebti en ik spraken over het thema 'Vrijheid'. Mijn insteek was gebaseerd op het Pesach verhaal waarin vrijheid en verantwoordelijkheid elkaar snel opvolgen. Disclaimer: op de folder en website werd vermeld dat ik rabbijn ben, hetgeen niet waar is. Ik ben natuurlijk slechts nog 'in opleiding'!
Vrijdenkers Bijeenkomst Vrijburg
Vrijheid Blijheid?
‘Vrijheid blijheid’. Deze slogan uit de jaren zeventig lag decennialang aan de basis van de zelfperceptie van onze samenleving. Hoe vaak moesten wij Nederlanders (niet zonder gepaste trots, overigens) wel niet van bewonderende buitenlanders vernemen hoe ‘vrijzinnig’ ons land was?
Toch voltrekt er op dit moment een kentering. De waarden die wij lang voor lief namen staan op losse schroeven. Vrijheid van godsdienst. Vrijheid van meningsuiting. Tolerantie. Wederzijds respect. Maar ook de vrijheid om toegang te hebben tot betaalbaar onderwijs of gezondheidszorg. De vrijheid om te durven geloven in een optimistisch mensbeeld. En over de grenzen, slechts een paar uur vliegen bij ons vandaan, worden dierbare vrijheden op expliciete en schrijnende wijze met de voeten getreden.
Tegelijkertijd lijken we vrijer dan ooit. Door sociale media twitteren, facebooken en smsen we vrijelijk. We geven publiekelijk uiting aan onze innerlijke gevoelens (denken we) terwijl we genieten van een levensstijl waar onze voorouders slechts van hadden kunnen dromen.
Deze tegenstrijdige uitingen van onvrijheid en vrijheid geven ons te denken wat vrijheid in de essentie betekent.
De Joodse traditie erkent twee soorten vrijheid: een negatief geformuleerde vrijheid en een positieve geformuleerde vrijheid. Deze categorisering vindt ook weerklank bij 20ste eeuwse denkers zoals Isaiah Berlin en Erich Fromm. De eerste soort schept de voorwaarde voor de tweede soort. Negatief geformuleerde vrijheid is de ‘vrijheid van’, het soort vrijheid dat op dit moment met bloed, zweet en tranen in het Midden Oosten (en elders ter wereld waar de media minder over rapporteert) wordt bevochten. Positief geformuleerde vrijheid is de ‘vrijheid tot’, het soort vrijheid dat verplichting en verantwoordelijkheid schept, zoals de morele en democratische verplichting om naar de stembus te gaan in of de persoonlijke verplichting om middelen tot zelfontplooiing ten volste aan te grijpen.
In de Tora worden beiden vormen van vrijheid en hun consequenties besproken. Dit archetypische leitmotief, dat zich voornamelijk in het Pesach verhaal maar ook door de gehele Pentateuch manifesteert, komt het meest expliciet tot uitdrukking in het boek Sjemot (Exodus). Het Joodse volk wordt collectief tot slaaf gemaakt door Farao in Egypte. De Tora beschrijft hoe, stukje bij beetje, vrijheden werden afgenomen. Eerst werd men gedwongen tot zware arbeid, vervolgens moest men bakstenen zonder stro produceren en tot slot nam Farao het gruwelijke besluit om alle Joodse jongetjes in de Nijl te verdrinken. De knoet van de onvrijheid trof de Israëlieten steeds harder. Tegelijkertijd was ook Farao onvrij. Ondanks zijn weelde en macht liet hij zich regeren door angst. Hij vreesde dat het groeiende Joodse volk zijn machtsbasis zou aantasten. Uiteindelijk kwamen beide groepen – de Israëlieten en de Egyptenaren – in een impasse vast te zitten die alleen doorbroken kon worden door een man die zich vrijmaakte van de conventies van zijn opvoeding en ideeënwereld: Mozes.
Hoe het verhaal verder loopt is veelal bekend. Mozes leidt de Israëlieten uit de Egyptische slavernij weg, de woestijn in. De woestijn spreekt tot de Bijbelse verbeelding. Het is een niemandsland dat de mens de mogelijkheid geeft om tot wasdom te komen in relatie met het Goddelijke. Het is dan ook niet vreemd dat het Joodse volk de woestijn in wordt genomen om daar, zeven weken na de uittocht uit Egypte, de Tora aan de voet van de berg Sinaï te ontvangen. Dit waren niet twee losse incidenten in de mythische geschiedenis van de Tora maar juist nauw met elkaar verweven. We bewegen ons nu van negatieve vrijheid naar positieve vrijheid.
Wat gebeurde er aan de voet van die mythische berg? Rabbijnse commentatoren vroegen zich het zelfde af en er bestaan ook veel midrasjiem (rabbijnse vertellingen) over. Eén zo’n vertelling illustreert het begrip ‘negatieve vrijheid’ op prikkelende wijze. Volgens deze legende tilde de Eeuwige de berg Sinaï op boven de hoofden van het Joodse volk en dwong hen te kiezen voor het sociaal en religieus contract van de Tora. Zouden ze het ‘aanbod’ weigeren, dan zou de Eeuwige hen verpletteren onder de berg. Het is niet een zachtaardig beeld wat tegen onze moderne en vrijzinnige opvattingen instrijkt. Tegelijkertijd spreekt er ook eerlijkheid uit: onze levens bestaan uit keuzes die zware consequenties meedragen. Soms is het goed om die consequenties te vrezen. Angst hoeft ons niet te verlammen maar kan ons wel bewust maken van de kwetsbaarheid van onze vrijheid.
Andere rabbijnse vertellingen zijn gelukkig milder gestemd. Hierin wordt de Eeuwige als een tedere minnaar voorgesteld die Zijn bruid Israël het hof maakt. De Tora, geschonken op het symbolische huwelijk van God en Israël tijdens de openbaring op Sinaï, fungeert als huwelijksakte. In deze parabel kenmerkt het begrippenkader zich door liefde en verbintenis. Een positieve vrijheid betekent een positieve keuze voor de waarden en relaties die we koesteren.
Als ‘vrijzinnige denker’ zou ik graag de knuppel in het hoenderhok willen gooien. Van mening verschillen is een goede Joodse eigenschap! Het archetype van de Tora is nog altijd actueel. De ‘vrijheid blijheid’ van de jaren zeventig was nodig: oude machtsstructuren moesten worden gedeconstrueerd en zonder die bevochten vrijheden zou ik hier niet staan als vrouwelijke rabbijn-in-opleiding. Dagelijks ben ik dankbaar voor de strijd die geleverd is en pluk ik daar de vruchten van.
Toch is ‘vrijheid blijheid’ slechts het halve verhaal. Echte vrijheid is een veel dynamischer fenomeen. Echte vrijheid verplicht ons, schept nieuwe verantwoordelijkheden en uitdagingen.
Wij zijn niet uit slavernij bevrijd om vervolgens slaaf te worden van nihilistische impulsen maar juist om waardigheid en verbondenheid te vinden in het dienen van idealen die groter zijn dan onszelf. Laten we dan vooral geluk en liefde vinden in het verdedigen van de grenzen van deze vrijheid. Vrijheid is een convenant dat we met elkaar moeten sluiten zodat we oprecht ‘vrijheid kunnen afkondigen in het land voor al haar bewoners’ (Lev. 25:10).