Deze column verscheen eerder in april 2010 op Nieuw W!J.
Ik ben gek op tradities. Kerst, Sinterklaas, Suikerfeest en Chanoeka... Het maakt mij niets uit. Verjaardagen, trouwerijen, zelfs voor het commerciële Valentijnsdag ben ik niet geheel ongevoelig (tot grote spijt van manlief). Ik ben wat ze noemen een echt ‘gezelligheidsdier’ en tegelijkertijd onverbeterlijk nieuwsgierig naar allerhande cultuuruitingen.
Mijn eigen geloof zit tjokvol tradities en het zal niemand verbazen dat ik daar met volle teugen van geniet. Pesach is net afgesloten, op naar de volgende halte: Sjawoe’ot (het Wekenfeest). Ik geniet van de verhalen en gerechten, de kleuren en sferen die bij tradities horen.
Maar traditie is meer dan alleen folklore. De vraag rijst dan ook wat traditie voor ons vandaag de dag kan betekenen. Waar ligt de grens tussen integer en kitsch, oorspronkelijk en geforceerd, authentiek en reactionair?
Veel ontkerkelijkte Nederlanders belijden het zogenaamd ‘ietsisme’. Waar passen tradities in onze voornamelijk seculiere samenleving? Er is een reëel gevaar dat tradities verschralen en vergaan. Kerst wordt vaak gereduceerd tot een stressvol vreetfestijn vol gekissebis bij de (schoon)familie of de gewraakte Valentijnsdag is vaak niet veel meer dan een geforceerde poging om maar met een bloemetje of doosje chocola bij je lief aan te zetten.
Afgezien van holle tradities bestaat er ook het risico dat tradities verstikkend kunnen worden onder de mantra ‘Omdat het nou eenmaal zo moet’. Het moge misschien ‘traditioneel’ zijn om vrouwen of homo’s uit bepaalde maatschappelijke of religieuze rollen te sluiten, maar is een beroep doen op ‘traditie’ voldoende rechtvaardiging? Het is gemakkelijk om te vergeten dat tradities ook ooit geboren zijn. Hoe moeten wij als samenleving omgaan met situaties waar men omwille van de traditie uitsluiting of zelfs onrecht kan voortzetten?
Tussen de existentiële leegte en reactionaire dwangmatigheid zit gelukkig een groot, dynamisch gebied. Het woord ‘grijs’ zou ik niet willen gebruiken, want dit gebied is juist erg kleurrijk. Elke dag vinden we opnieuw een beetje het wiel uit. Een van de grootste leermomenten tijdens mijn studie Culturele Antropologie was toen ik het boek The Invention of Tradition moest lezen. De stelling van het boek is dat cultuur niet dood of statisch is, maar constant opnieuw wordt uitgevonden. En dat wat wij als traditioneel zien helemaal niet zo traditioneel hoeft te zijn. Authenticiteit, lijkt dan ook de boodschap, gaat meer om hoe wij tradities invulling geven en ons laten inspireren.
Al dat relativeren hoeft gelukkig geen afbreuk te doen aan het nut van tradities. Tradities geven ons houvast in een kille wereld. Ze geven ons identiteit en gemeenschap. Tegelijkertijd kunnen wij als individu tradities telkens weer opnieuw kritische benaderen, vormgeven en doorgeven. Zo blijft er telkens een stukje van onszelf in leven. Als dat geen mooie uitvinding is!
Ik ben gek op tradities. Kerst, Sinterklaas, Suikerfeest en Chanoeka... Het maakt mij niets uit. Verjaardagen, trouwerijen, zelfs voor het commerciële Valentijnsdag ben ik niet geheel ongevoelig (tot grote spijt van manlief). Ik ben wat ze noemen een echt ‘gezelligheidsdier’ en tegelijkertijd onverbeterlijk nieuwsgierig naar allerhande cultuuruitingen.
Mijn eigen geloof zit tjokvol tradities en het zal niemand verbazen dat ik daar met volle teugen van geniet. Pesach is net afgesloten, op naar de volgende halte: Sjawoe’ot (het Wekenfeest). Ik geniet van de verhalen en gerechten, de kleuren en sferen die bij tradities horen.
Maar traditie is meer dan alleen folklore. De vraag rijst dan ook wat traditie voor ons vandaag de dag kan betekenen. Waar ligt de grens tussen integer en kitsch, oorspronkelijk en geforceerd, authentiek en reactionair?
Veel ontkerkelijkte Nederlanders belijden het zogenaamd ‘ietsisme’. Waar passen tradities in onze voornamelijk seculiere samenleving? Er is een reëel gevaar dat tradities verschralen en vergaan. Kerst wordt vaak gereduceerd tot een stressvol vreetfestijn vol gekissebis bij de (schoon)familie of de gewraakte Valentijnsdag is vaak niet veel meer dan een geforceerde poging om maar met een bloemetje of doosje chocola bij je lief aan te zetten.
Afgezien van holle tradities bestaat er ook het risico dat tradities verstikkend kunnen worden onder de mantra ‘Omdat het nou eenmaal zo moet’. Het moge misschien ‘traditioneel’ zijn om vrouwen of homo’s uit bepaalde maatschappelijke of religieuze rollen te sluiten, maar is een beroep doen op ‘traditie’ voldoende rechtvaardiging? Het is gemakkelijk om te vergeten dat tradities ook ooit geboren zijn. Hoe moeten wij als samenleving omgaan met situaties waar men omwille van de traditie uitsluiting of zelfs onrecht kan voortzetten?
Tussen de existentiële leegte en reactionaire dwangmatigheid zit gelukkig een groot, dynamisch gebied. Het woord ‘grijs’ zou ik niet willen gebruiken, want dit gebied is juist erg kleurrijk. Elke dag vinden we opnieuw een beetje het wiel uit. Een van de grootste leermomenten tijdens mijn studie Culturele Antropologie was toen ik het boek The Invention of Tradition moest lezen. De stelling van het boek is dat cultuur niet dood of statisch is, maar constant opnieuw wordt uitgevonden. En dat wat wij als traditioneel zien helemaal niet zo traditioneel hoeft te zijn. Authenticiteit, lijkt dan ook de boodschap, gaat meer om hoe wij tradities invulling geven en ons laten inspireren.
Al dat relativeren hoeft gelukkig geen afbreuk te doen aan het nut van tradities. Tradities geven ons houvast in een kille wereld. Ze geven ons identiteit en gemeenschap. Tegelijkertijd kunnen wij als individu tradities telkens weer opnieuw kritische benaderen, vormgeven en doorgeven. Zo blijft er telkens een stukje van onszelf in leven. Als dat geen mooie uitvinding is!
No comments:
Post a Comment